Now playing: Genesis - The Lamb Lies Down On Broadway
De buren zijn al lang en breed aan het vissen als we om kwart voor negen aanschuiven voor ons laatste hotelontbijt. De slappe koffie en laffe broodjes zullen we niet echt missen. De auto uitgemest, viel reuze mee, en na een klein uurtje rijden droppen we haar bij National op JFK. Echt tijd om afscheid te nemen is er niet, gesmeerde machine als de autoverhuur hier is. We verwijderen Sith Lord Rearview en krijgen een bonnetje van de National man. Geen openstaande boetes blijkbaar of die worden binnenkort nog van de creditcard afgetrokken. Dat blijft nog even een verrassing.
Dan pinnen, plassen en de taxi in. Vanaf JFK kunnen we rekenen op een ritprijs van ongeveer $50. Boing! We stappen in en de vriendelijke Pakistaanse chauffeur belt met het hostel voor richtingaanwijzingen. Wij pakken Madam TomTom erbij en stellen haar in op Engels. Iets aangepaste route die volgens de chauffeur langer zal duren maar hij gaat akkoord. We maken een praatje en na $35 staan we voor de deur. Goed, daar komt natuurlijk nog een riante tip bovenop maar het scheelt toch.
We kunnen pas om 3 uur inchecken dus doen een rondje door de buurt. Williamsburg is echt hip en happening en zeer multi-culti. We eten onze beste maaltijd tot nu toe; Thai Cuisine. Groene curry voor Jeroen en Tom Yum voor Martijn. Dan naar de kapper om dat stuk roadkill uit Martijns nek te laten scheren. Fris en fruitig checken we in. De kamer is heul klein maar het hostel doet verder niets onder voor de hotels die we de afgelopen weken hebben aangedaan. Het publiek is internationaal, alles om de hoek, de wereld aan ons voeten. Daar gaan we weer.
What the hell is that?
I’ve been to Vidal Sassoon.
You mean you actually paid for it?
Alex weet met wat moeite ons hostel te vinden en gedrieën nemen we de metro naar Times Square om van daar wat bier in te slaan en naar Bryant Park te gaan waar om 9 uur Rosemary’s Baby wordt gedraaid. Na anderhalf uur taaien we af omdat we te nodig moeten. Zonder voorbedachte rade rennen we een Belgisch biercafe in. Op het toilet speelt Clouseau. Alex vertelt dat hij nog een cassette van ze heeft. Niemand is perfect. Met lege blaas vervolgen we onze weg naar de Painkiller tiki bar en Arlene’s Grocery. De heren drinken rumcocktails en vies bier en worden uitgenodigd voor allerlei expo-openings. Iedereen is hier kunstenaar. Tuurlijk komen we ook.
These little town blues,
are melting away
I’ll make a brand new start of it
in old New York
We zijn te lui om ‘s nachts de metro uit te gaan zoeken en opteren wederom voor een taxi naar het hostel. De taxichauffeur vraagt ons wederom hem de weg te wijzen en gelukkig kunnen we dat. Morgen uitslapen voor het eerst sinds lang.

These little town blues,
Morgen afscheid nemen van de Hyundai op JFK en naar het hostel waar we de komende 5 dagen ons HQ gaan inrichten. We verwachten een omschakeling in de omgeving. Van rondtrekkende crazies naar internationale backpackers, we gaan immers ons eerste hostel in deze trip. Het geserveerde ontbijt zal ook danig decimeren maar daar zijn we op voorbereid. Op aanraden van Stone hebben we een pot Marshmallow Fluff gekocht. We hebben het nog niet geprobeerd aangezien je het in combinatie met pindakaas op een boterham moet smeren, een zogenaamde ‘fluffernutter’. Verslag volgt. Er staat ons morgen een avondje uit te wachten met Alex V. en een NY inboorling. Dat wordt waarschijnlijk weer laat en gezellig. Hopelijk hebben fluffernutters ook iets van een katerverdrijvende werking.

De metro rijdt uiteraard niet zoals gepland in het weekend. Op goed geluk en met behoorlijk gevoel voor richting komen we toch nog binnen een uur aan bij Prospect Park. We wandelen een half uur door het park voor we eindelijk in de verte iets van een P.A. systeem horen. We sluiten aan in een rij Newyorkers en binnen een kwartier staan we met een halve liter Budweiser in ons klauwen te staren naar een podium met een of andere oninteressante band. Heerlijke sfeer om ons heen, mooie vrouwen, beardo’s, we zijn thuis. Zitten, dom kijken, zuipen. Dat is de modus voor het komende uur.
Het veld zelf ligt er mooi geschoren bij en een kleurige gedenksteen vertelt ons waar het podium stond en waar de enorme mensenmassa zich ophield. Ook de line-up staat keurig vermeld. We laten ons op de foto zetten door een Nederlands gezinnetje nadat we voor hen hetzelfde doen. Dan het Bethel Woods Museum of the Arts. Erg mooi verzorgd en een afgewogen mix van teksten, quotes, foto’s en filmmateriaal loodst ons de tijdsgeest in naar het einde van de jaren ’60. De documentaire hebben we allebei al eens gezien en gelukkig voelt het niet als een herhalingsoefening daarvan. Veel interactieve touchscreens die een erg goede toevoeging zijn op al het andere tentoongestelde.
Amsterdam is een gat. Het Amsterdam Diner dat ons toelacht naast het Super 8 Motel heette vroeger Snookie’s Saloon maar is jaren geleden al condemned verklaard. Het staat te koop maar er zijn geen bieders. Downtown Amsterdam blijkt niet meer dan 3 straatjes met een pizzeria, een bibliotheek en een townhall. Geen coffeeshop te zien. We rijden verder het stadje in en komen in een klein buitenwijkje nog een pizzeria tegen. We besluiten, tegen beter weten in, hier wat te gaan eten. Crazies weten werkelijk NIETS van Italiaans eten. Je zou verwachten dat ze in een plaatsje als Amsterdam toch wel meer kaas gegeten hebben van, om maar wat te noemen, kaas. Niets is minder waar. De overgebleven pizzapunten nemen we uit beleefdheid maar mee in een doos.




